1. Bronaanpak: Het risico voorkomen door de oorzaak weg te nemen.
  2. Collectieve aanpak: Het risico beperken door technische of organisatorische maatregelen.
  3. Individuele aanpak: wanneer bovenstaande maatregelen het gevaar onvoldoende wegnemen, moeten maatregelen op persoonlijk vlak, zoals bijvoorbeeld persoonlijke aanpassingen.
  4. Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM). Deze zijn het meest belastend voor de medewerker. Ze mogen alleen worden toegepast als de overige maatregelen niet uitvoerbaar zijn of onvoldoende zekerheid bieden.

De bescherming op een kwalitatief lager niveau is alleen acceptabel, als aan het hogere niveau redelijkerwijs niet kan worden voldaan. De term ‘redelijkerwijs’ geeft aan dat een belangenafweging mag plaatsvinden. Echter, alleen bij zwaarwegende argumenten is het gerechtvaardigd dat (nog) niet aan de Arbeidshygiënische strategie wordt voldaan. Bij de keuze van maatregelen en hulpmiddelen geldt verder het criterium dat de ‘stand der techniek’ wordt gevolgd. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten krijgen zo hun plek in de bedrijfsvoering. Vooral bij de aanschaf van nieuwe machines, gereedschap en het inrichten van werkprocessen is dit een belangrijk punt van aandacht.