Maatregelen Arbocatalogus Niveau arbeidshygiënische strategie
Bron Collectief

Technisch

Collectief

Organisatorisch

Individueel Persoonlijke beschermingsmiddelen
1.Het minst schadelijke product kiezen x
2.Het minst schadelijke materiaal kiezen x
3. Een minder schadelijke methode kiezen x
4. Stof van de vloer met een industriële stofzuiger verwijderen x
5. Afzuiging van deeltjes en dampen die vrijkomen bij het werk toepassen

 

x

De werknemersvertegenwoordiging is een belangrijke partner bij zowel de keuze als de invoering van maatregelen. Het is dan ook van belang de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging te betrekken bij dit proces.

Maatregel 1 Het minst schadelijke product kiezen

Bij verschillende kunstvormen worden producten in een verpakking gebruikt die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Voorbeelden zijn pigmenten, glazuren, lijmen, verven en metaalpoeders. Maar ook bij voorstellingen kunnen gevaarlijke producten gebruikt worden (bijvoorbeeld bij rook- en nevel-effecten).

Er is sprake van een gevaarlijk product als er op het etiket een gevarensymbool staat, zoals een vlammetje, doodshoofd, uitroepteken, dode boom/vis, et cetera (zie afbeelding hieronder). Deze producten hebben een of meer gevaarszinnen (Hazard- of H-zinnen). De gevaarszinnen staan op het etiket en in rubriek 2 van het veiligheidsinformatieblad (VIB).

Als het gaat om een gevaarlijk product, dan is de leverancier van het product verplicht een veiligheidsinformatieblad te verstrekken (zie voor meer informatie de toelichting bij deze maatregel).

NB: Als een product géén gevarensymbool en géén H-zinnen heeft, dan is het niet geclassificeerd als gevaarlijk product en is deze maatregel niet van toepassing.

 

NB[1]

Hoe minder gevaarlijk een product is, hoe kleiner de kans op gezondheidseffecten. Met andere woorden hoe minder gevaarlijk, hoe lager het risico.

 

Bij aanschaf van een gevaarlijk product geldt:

a) Alleen als de leverancier een veiligheidsinformatieblad (VIB) beschikbaar stelt, wordt het product aangeschaft. Geen VIB, betekent geen koop.

b) Er wordt gekozen voor het minst schadelijke product. Het is niet altijd eenvoudig om producten te vergelijken. In de toelichting is een voorbeeld van een methode gegeven waarmee producten vergeleken kunnen worden.

c) Er worden geen producten gebruikt die één van de volgende H-zinnen heeft:

H300 Dodelijk bij inslikken

H310 Dodelijk bij contact met de huid

H330 Dodelijk bij inademing

H334 Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken.

H340 Kan genetische schade veroorzaken.

H341 Verdacht van het veroorzaken van genetische schade.

H350 Kan kanker veroorzaken.

H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker.

H360 Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden.

H361 Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden.

H362 Kan schadelijk zijn via de borstvoeding.

H372 Veroorzaakt schade aan organen.

d) Als ook kinderen onder de 18 jaar (bijvoorbeeld leerlingen of stagiaires) in aanraking kunnen komen met de producten, dan worden producten met de volgende H-zinnen ook niet gebruikt:

H301 Giftig bij inslikken.

H311 Giftig bij contact met de huid.

H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken.

H331 Giftig bij inademing.

H370 Veroorzaakt schade aan de organen.

H371 Kan schade aan organen veroorzaken.

H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling.

Toelichting Veiligheidsinformatieblad (VIB)

De leverancier is wettelijk verplicht om een actueel (minder dan 5 jaar oud), Nederlandstalig en compleet veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. In dit blad staat de informatie die je nodig hebt om een goede inschatting te maken van het risico.

Voor kunsteducatie zijn met name de volgende rubrieken uit het VIB van belang:

  • Rubriek 1: Naam van het product en de fabrikant. Hier staat ook een noodnummer dat in geval van calamiteiten gebeld kan worden.
  • Rubriek 2: De gevaarseigenschappen van het product.
  • Rubriek 3: De samenstelling van het product.
  • Rubriek 4: Eerstehulpmaatregelen.
  • Rubriek 7: Opslag van het product.
  • Rubriek 8.2: Welke beheersmaatregelen zijn nodig tijdens het gebruik.
  • Rubriek 10: Welke stoffen ontstaan bij (o.a.) verhitting en verwerking.

De Arbeidsinspectie heeft een website gemaakt waarmee je kunt controleren of een VIB volledig is. Hier kun je ook melding maken van leveranciers die geen of slechte VIB’s aanleveren.

VIB-check | Inspectie Checklist door de Nederlandse Arbeidsinspectie (inspectie-checklist.nl)

N.B. Het Engelse woord voor VIB is SDS of MSDS (Material Safety Data Sheet).

Toelichting vergelijken van gevaarlijke producten

In rubriek 2 van het veiligheidsinformatieblad staat welke gevaarszinnen (Hazard- of H-zin) het product heeft. Deze staan ook (soms zonder nummer van de H-zin) op het etiket.

De H-zinnen worden gebruikt om vast te stellen welk product het minst schadelijk is. Hiervoor wordt onderstaand tabel gebruikt.

Tabel 1: Gevaarsgroepen ingedeeld naar H-zin inclusief de betekenis van de H-zin (Bron: COSHH essentials[1])

[1] COSHH essentials:Controlling exposure to chemicals – a simple control banding approach (hse.gov.uk)

Als een product maar één H-zin heeft, dan is de gevaarsgroep van het product gelijk aan de gevaarsgroep van die ene H-zin. Maar producten hebben vaak meerdere H-zinnen. In dat geval bepaalt de slechtste H-zin de gevaarsgroep van het product. De volgende stappen worden dan gevolgd:

  1. Ga na welke H-zinnen een product heeft door deze te lezen op het etiket of in rubriek 2 van het VeiligheidsInformatie Blad.
  2. Zoek per H-zin de bijbehorende gevaarsklasse op te zoeken in de tabel.
  3. De slechtste gevaarsgroep is de groep die geldt voor het product.

 

Maatregel 2 Het minst schadelijke materiaal kiezen

Bij sommige kunstvormen wordt materiaal bewerkt, waarbij schadelijke stoffen kunnen vrijkomen (in de vorm van stofdeeltjes of van damp). Dit gebeurt bijvoorbeeld bij beeldhouwen (kwartsstof) en houtbewerking (houtstof), maar ook bij lassen (lasrook).

Bij het kiezen van het materiaalsoort dat bewerkt gaat worden, wordt gekozen voor het materiaal dat de minst schadelijke blootstelling geeft. Daarbij geldt:

  • Zachthout heeft de voorkeur boven hardhout
  • Multiplex of massief houten platen hebben de voorkeur boven MDF en spaanplaat
  • Kies een natuursteen met een zo laag mogelijk kwartsgehalte (zie tabel)
  • Gebruik geen producten van artificial stone ofwel composiet
  • Kies ook bij andere steenachtige materialen voor een zo laag mogelijk kwartsgehalte
  • Er wordt niet gelast met RVS-materialen
Materiaal Kwartspercentage
Graniet 20-40%
Overige soorten magmagesteente (o.a. labrador, impala en zwart ‘graniet’) Nihil
Kalksteen Nihil
Gneis 10-40%
Dichte leisteen 20-40%
Marmer Nihil
Zandsteen met korrelige structuur 100%
Artificial stone (composiet) 80-90%

Toelichting minder schadelijk materiaal

Hardhout is het hout van loofbomen, zachthout komt van naaldbomen. Stof van hardhout is geclassificeerd als kankerverwekkend. Daarom heeft bij keuze zachthout de voorkeur boven hardhout.

Verschillende steenachtige materialen kunnen kristallijn kwarts bevatten. Bij het bewerken hiervan komt dit vrij. Respirabel kristallijn kwartsstof is geclassificeerd als kankerverwekkend. Met respirabel wordt bedoeld dat het gaat om de kleine stofdeeltjes die de longblaasjes kunnen bereiken. Het gehalte kwarts in steenachtige materialen verschilt per steensoort, maar ook tussen en binnen groeves. Het tabel dat hierboven is gegeven is daarom een grove indicatie.

In verschillende industrieën (keuken, badkamers) wordt gebruik gemaakt van artificial stone of composiet. Hierbij is kwartsstof gemengd met andere componenten. Artificial stone heeft een hoog kwartsgehalte en geeft, ook door de toevoeging van andere componenten, sneller gezondheidsschade dan ‘normaal’ kwartsstof. Om deze reden is het onverstandig om artificial stone te gebruiken binnen de kunsteducatie.

Bij het lassen van RVS-materialen komen kankerverwekkende Chroom VI-verbindingen vrij. Daarom wordt niet met RVS-materialen gelast in de kunsteducatie.

N.B. Let ook op bij  donatie van materialen door de industrie. Hoewel hergebruik van reststukken goed is voor het milieu, kan het gaan om gezondheidsschadelijke materialen.

Maatregel 3 Een minder schadelijke methode kiezen

Bij kunstvormen kan soms gekozen worden voor een heel andere methode, waardoor geen gevaarlijke producten nodig zijn, of waardoor geen gevaarlijke stoffen vrijkomen tijdens de verwerking. Gevaarlijke bewerkingen worden in de lessen vervangen door een niet of minder gevaarlijke methode. Dit geldt in ieder geval voor de volgende bewerkingen:

  • Bij fotografie wordt gebruik gemaakt van digitale technieken. De traditionele doka-ontwikkelruimtes worden bij kunsteducatie niet meer toegepast.
  • Er worden waar mogelijk gekozen voor mechanische verbindingen (bijvoorbeeld bout- of schroefverbindingen, klemmen of popnagels) in plaats van las- en soldeerverbindingen.
  • Er wordt geen gebruik gemaakt van open vuur als showelement bij lessen, oefensessies of voorstellingen.
  • Rook- of misteffecten worden niet toegepast tijdens oefeningen of lessen.
  • Rook- of misteffecten worden in voorstellingen waar mogelijk vervangen door andere effecten, zoals bijvoorbeeld licht. Er wordt in ieder geval geen gebruik gemaakt van:
    • Mystery powder (salmiakzout)
    • 1,2-ethaandiol en diethyleenglycol
    • Minerale oliën (met uitzondering van hoogwaardig geraffineerde minerale oliën)
    • Alifatische en aromatische koolwaterstoffen, met inbegrip van aardoliedestillaten
    • hexachloorethaan en cyclohexylamine
  • Machinale bewerkingen van hout worden zoveel mogelijk voorkomen en vervangen door handmatige bewerkingen.

Toelichting Rook- of misteffecten

Meer informatie over het toepassen van rook- en misteffecten is te vinden op de website van Arbopodium en in de arbocatalogus van deze branche.

Rook, mist en nevel – Arbopodium

Special effect – Arbopodium

Maatregel 4 Stof van de vloer met een industriële stofzuiger verwijderen

Bij beeldende kunsten zoals beeldhouwen, keramiek en houtbewerking kan de vloer van het lokaal vervuild raken met stof. Voor het reinigen hiervan wordt geen gebruik gemaakt van een bezem of perslucht, maar van een industriële stofzuiger. Daarna kan de vloer nat gereinigd worden.

De industriële stofzuiger is voorzien van minimaal M-filters, stofopvang met een gesloten zak en een licht- of geluidsignaal dat waarschuwt wanneer de afzuigcapaciteit te laag is.

Toelichting industriële stofzuiger

  • Schoonmaken met een industriële stofzuiger geeft veel minder blootstelling dan een bezem of perslucht.
  • Een M-filter in een industriële stofzuiger heeft een filtereffectiviteit van 99,9%. Kies voor een stofzuiger met minimaal een M-filter. Omdat de stofzuiger vaak aangesloten wordt op handgereedschap kan het beter zijn om direct voor een H-filter te kiezen.
  • Bij het legen van de opvangbak of vervangen van de stofzak kan stofblootstelling plaatsvinden. Wanneer gebruik gemaakt wordt van een gesloten zak (eerst dichtknopen, dan vervangen) is er nauwelijks stofblootstelling. Een stofzuiger met een gesloten stofopvangzak heeft daarom de voorkeur.
  • De werking van een stofzuiger neemt af als de stofopvangzak of bak te vol wordt. Het is daarom belangrijk om deze tijdig te legen en het filter tijdig te vervangen. Er zijn stofzuigers die door een licht- of geluidsignaal waarschuwen als de afzuigcapaciteit te laag wordt (door een volle zak of vol filter).

Meer informatie over stofzuigers is te vinden op de website van TNO (Ontwerpcriteria stofzuigers – TNO Stofvrij werken).

Maatregel 5 Afzuiging van deeltjes en dampen die vrijkomen bij het werk toepassen

In de lessen beeldende kunst wordt soms gebruik gemaakt van aangedreven handgereedschap, apparaten en machines waarbij stofdeeltjes en dampen vrij kunnen komen. Het gaat bijvoorbeeld om houtbewerkingsmachines, 3D-printers, lassen, solderen, zilver smelten en keramiek-ovens.

Apparaten worden zo mogelijk in aparte ruimtes geplaatst en daarnaast aangesloten op afzuiging. Activiteit waarbij stoffen en dampen vrijkomen, worden uitgevoerd in een afgezogen cabinet of onder een flexibel afzuigpunt.

De blootstelling aan gevaarlijke stoffen moet ook bij gebruik van beheersmaatregelen beoordeeld worden als onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie.

Hieronder zijn enkele situaties uitgewerkt.

  • Handgereedschap zoals boren, slijpers en frezen zijn aangesloten op een industriële stofzuiger. Aanvullend wordt gebruik gemaakt van een masker (wegwerp of half/volgelaats) met een P3 filter. De combinatie tussen handgereedschap en stofzuiger moet terug te vinden zijn op Home – TNO Stofvrij werken. Hier is af te lezen hoeveel uur per dag deze combinatie gebruikt mag worden. Als de combinatie gereedschap – stofzuiger niet op de website stofvrijwerken staat, moet op een andere manier aangetoond worden dat de blootstelling voldoende is teruggedrongen (bijvoorbeeld door metingen)
  • Keramiek-ovens worden gebruikt in een ruimte waar (op dat moment) geen mensen aanwezig zijn. De oven is voorzien van afzuiging die direct naar buiten afvoert.
  • 3D-printers worden gebruikt in een ruimte waar (op dat moment) geen mensen aanwezig zijn. De ruimte wordt afgezogen naar buiten (geen vervuiling van andere ruimten).
  • Tijdens het lassen wordt gebruik gemaakt van puntafzuiging, ruimte-ventilatie én een verbeterde laskap. Door een beoordeling van de las-situatie met de Verbetercheck lasrook wordt nagegaan of de blootstelling van alle betrokkenen voldoende beheerst is.
  • Sluit vast opgestelde houtbewerkingsmachines aan op een afzuig- en filterinstallatie. Hierbij geldt:
    • Afzuigunits voor houtstof moeten explosieveilig zijn uitgevoerd (na 20-4-2016 ATEX richtlijn 114, voor 20-4-2016 ATEX richtlijn 95). Deze units zijn voorzien van de CE markering:

    • De afzuigkap moet het gedeelte van het werkstuk waar stof vrijkomt zoveel mogelijk omsluiten, zo nodig door toepassing van borstels of plastic of rubber flappen.
    • Bij de vormgeving van de afzuigkap moet rekening gehouden worden met de richting waarin zich het stof beweegt. Zo nodig dient aan twee zijden afgezogen te worden.
    • Tafelfrezen dienen aan zowel de bovenzijde als aan de onderzijde te worden afgezogen.
    • De afzuigsnelheid bij de aansluitopening van de afzuigslang dient tenminste 28 m/s te zijn.
    • Als op de afzuiginstallatie meerdere houtbewerkingsmachines zijn aangesloten, moeten die leidingen afsluitbaar zijn. Bij gebruik van handbediende afsluitingen moet er voldoende toezicht op de bediening zijn.
    • Het afzuigsysteem moet voorzien zijn van een H-filter.

Toelichting bij 3D-printers

Er zijn nog veel onduidelijkheden over de gevaarlijke stoffen die vrijkomen tijdens het gebruik van 3D-printers. Daarom wordt hier uitgegaan van het voorzorgsprincipe: zorg dat er geen mensen blootgesteld worden aan de (eventuele) uitstoot van 3D-printers.

Gebruik de 3D-printer verantwoord, in een goed geventileerde ruimte | RIVM

Toelichting bij houtstof

Meer informatie over houtstof en mogelijke maatregelen bij het beperken van houtstof dat vrijkomt bij houtbewerkingsmachines is te vinden in het A-blad Houtstof op de bouwplaats.

A-blad Houtstof op de bouwplaats – Volandis