Bij beeldende kunsten kunnen docenten en leerlingen blootgesteld worden aan verschillende gevaarlijke stoffen. Het kan gaan om producten waarop een gevarensymbool is aangebracht, zoals verven, lakken en lijmen. Maar ook om gevaarlijke stoffen die ontstaan tijdens het werk, zoals houtstof, lasrook, dampen uit de keramiek-oven en het gebruik van rookmachines tijdens voorstellingen.

Of mensen ziek kunnen worden van een bepaalde gevaarlijke stof, is afhankelijk van het gevaar van de stof waarmee gewerkt wordt, maar ook van de blootstelling aan die stof. Komt de stof in het lichaam en zo ja, in welke mate? Gevaar in combinatie met blootstelling bepaalt of er sprake is van een risico.

Bij het bepalen van het risico worden bij arbeidsomstandigheden de volgende drie routes meegewogen:

  • Inademing;
  • Huidopname of huidcontact;
  • Opname via inslikken.

Bij het laatste punt gaat het in het werk vaak om hand-mondcontact: eten, drinken en roken met vieze handen.

 

De gezondheidseffecten van gevaarlijke stoffen zijn per stof verschillend.
Op het etiket en in het veiligheidsinformatieblad (rubriek 2) van producten is met een symbool en met zogenaamde H-zinnen (gevaarszinnen) aangegeven om wat voor effect het gaat. De leverancier is verplicht een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren, maar het veiligheidsinformatieblad is ook vaak te vinden op de website van de leverancier.

Voor stoffen die vrijkomen tijdens het werk zijn de gezondheidseffecten minder duidelijk. Hieronder worden enkele veel voorkomende stoffen en hun effect genoemd.

Gevaarlijke stof Mogelijke gezondheidseffecten (niet uitputtend) Komt vrij bij
Houtstof Irritatie van huid, ogen en slijmvliezen, allergie Verwerken van hout
Houtstof van hardhout Aanvullend: Kankerverwekkend Verwerken van hardhoutsoorten (zie verderop)
Kwartsstof Luchtwegklachten, kankerverwekkend Verwerken van steenachtige materialen, zoals beton, natuursteen en composiet (artificial stone)
Vluchtige Organische Stoffen Misselijkheid, hoofdpijn, hartkloppingen, hersenschade (schildersziekte). Verwerken van oplosmiddelen (sommige verven, lakken en lijmen)

Als er op een werkplek gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, dan moeten deze worden geïnventariseerd en geregistreerd. Vervolgens moet worden beoordeeld of  sprake is van een veiligheids- of gezondheidsrisico.

Voor de registratie en beoordeling kan gebruik gemaakt worden van speciale programma’s, zoals Stoffenmanager, Toxic en ChemRade. Soms is het nodig metingen uit te voeren. Elke beoordeling moet als onderdeel van de RI&E worden getoetst door een arbeidshygiënist.

Deze arbocatalogus heeft niet alleen betrekking op werknemers, maar ook op zelfstandigen. Daarom zal hierna gesproken worden over werkenden.