1.2 Waarom aandacht voor geluid overbelasting?

Binnen de kunsteducatie worden veel mensen op de een of andere wijze aan geluid blootgesteld, bijvoorbeeld tijdens een muziek- en dansles, uitvoeringen of het geluid bij beeldhouwen. Blootgestelden zijn onder andere docenten, leerlingen, cursisten en (geluids)technici. Deze arbocatalogus heeft niet alleen betrekking op werknemers, maar ook op zelfstandigen. Daarom zal hierna gesproken worden over werkenden.

Deze catalogus gaat over schadelijke geluidniveaus. Bij een gemiddeld mens treedt schade op als de dagblootstelling hoger ligt dan 80 dB(A). Er kunnen uiteenlopende gezondheidsklachten optreden na blootstelling aan te hoge geluidniveaus. De meest voorkomende vormen van gehoorschade zijn gehoorverlies, tinnitus (oorsuizen) en hyperacusis (overgevoeligheid voor geluid). Ook distortie (vervorming van het waargenomen geluid) kan een effect zijn van te hoge geluidniveaus. Daarnaast kan blootstelling aan te hoge geluidniveaus leiden tot niet-auditieve effecten, zoals een verhoogde bloeddruk, concentratiestoornissen en vermoeidheid.

Ook hinderlijk geluid treedt op bij de kunsteducatie. Het gaat dan om geluidniveaus die weliswaar niet schadelijk zijn, maar wel storend en stress verhogend. Een deel van de maatregelen in deze catalogus zal naast het schadelijke geluid ook geluidhinder verminderen.

Als er op een werkplek sprake is van schadelijke geluidsniveaus, dan moet het geluidniveau als onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie beoordeeld worden.

Net als bij de algemene risico-inventarisatie en -evaluatie moeten de preventiemedewerker, de werknemersvertegenwoordigers, of bij het ontbreken daarvan de medewerkers, betrokken worden.

Een vuistregel is dat er sprake is van schadelijke geluidniveaus als twee mensen op een meter afstand van elkaar met stemverheffing moeten praten om elkaar te kunnen verstaan.

Een beoordeling van de geluidniveaus gebeurt meestal door middel van metingen door een deskundige, bijvoorbeeld door de  Arbodienst. In de publicatie ‘Gezond Musiceren’ is een overzicht gegeven van geluidniveaus die gemeten zijn in orkesten en tijdens het beoefenen van instrumenten in woonkamers. Volandis, kenniscentrum voor arbeidsomstandigheden in de bouw, heeft een overzicht gemaakt van de geluidniveaus die bij hout- en steenbewerkingen voorkomen.

In onderstaande tabellen zijn deze geluidniveaus weergegeven. Deze niveaus geven een indicatie, het geluidniveau in de eigen werksituatie moet apart beoordeeld worden.

[1] Stichting Arbopodium en anderen, Gezond musiceren, Gezondheidsaspecten voor orkestmusici, muziekpedagogen en studenten, januari 2007

Tabel 1: Geluidniveaus muziekinstrumenten ‘forte’ bespeeld in een gestoffeerde woonkamer (Bron: Nederlandse Stichting Geluidhinder, overgenomen uit Gezond Musiceren[1], januari 2007)

 

Instrument dB(A) Blootstellingstijd per dag zodat dagdosis < 80 dB(A)
Blokfluit (sopraan) 80 8 uur
Gitaar (akoestisch) 80 8 uur
Viool 82 5 uur
Cello 83 4 uur
Contrabas 86 2 uur
Hobo 88 1 uur*
Strijkkwartet 88 1 uur*
Dwarsfluit 90 0,5 uur*
Klarinet 91 0,5 uur*
Piano 92 0,5 uur
Fagot 92 0,5 uur
Hoorn 92 0,5 uur
Tuba 92 0,5 uur
Trombone 92 0,5 uur
Trompet 95 Geen*
Vleugel 96 Geen*
Drumstel 102 Geen
Band (algemene dansmuziek) >105 Geen
Beatband (elektrisch versterkt) >110 Geen

* naar beneden afgerond

Tabel 2: Geluidniveaus houtbewerkingsmachines (Bron: website Volandis Voorkom blootstelling aan geluid - Volandis)

 

Machine dB(A) Blootstellingstijd per dag zodat dagdosis < 80 dB(A)
Handzaag 86-89 1 uur
Slijpmachine 95-105 Geen
Cirkelzaag, stationair 97-101 Geen
Handcirkelzaag 99-109 Geen
Elektrische handboor 100-120 Geen
Nietmachine 104-114 Geen
Spijkerhamer 105-108 Geen
Spijkeren met een handhamer 105-111 Geen
Schiethamer 117-120 Geen