2.1 Inleiding
De sector Kunsteducatie heeft een arbocatalogus (https://stichtingoak.nl/activiteiten/arbeidsomstandigheden/arbocatalogus/). Dit is een document, waarin werkgevers en werknemers op sectorniveau vastleggen welke maatregelen getroffen worden om te voldoen aan de doelvoorschriften in de Arbowet. Deze catalogus is dan ook van toepassing voor werkenden in de sector zoals medewerkers met een dienstverband, ZZP-ers en vrijwilligers en voor alle vormen van kunsteducatie.
In dit onderdeel van de arbocatalogus zijn de maatregelen opgenomen die de kans op besmetting met COVID-19 en de verspreiding hiervan zo klein mogelijk maken. Deze module is gebaseerd op het bestaande coronaprotocol van de sector kunsteducatie:
Protocol verantwoord naar een les/cursus/training
In de module zijn de volgende punten toegevoegd ten opzichte van het coronaprotocol
- Het hanteren van afwijkende afstandsregels bij koor en blazers (2,6 meter in plaats van 1,5 meter).
- Het plaatsen van een scherm bij koor en blazers tussen leerlingen en docent .
- Het sluiten van het lokaal tijdens de lessen muziek in plaats van open laten.
- Het gebruik van mond-neusmaskers in binnenruimten.
- Het aanbod voor een preventief consult bij de bedrijfsarts voor kwetsbare groepen. Motivatie:
(a) het is de invulling van deze arbocatalogus voor artikel 3 lid 1a van de Arbowet (zie paragraaf 1.2)
(b) dit is het expliciteren van een wettelijk verplicht onderdeel van de arbodienstverlening cq werknemersrecht.
Er zijn in andere cultuursectoren soortgelijke coronaprotocollen opgesteld. Hierin kunnen maatregelen zijn opgenomen voor situaties die ook voorkomen in de kunsteducatie. Ter informatie zijn hieronder deze protocollen opgenomen. Deze protocollen maken geen onderdeel uit van de arbocatalogus.
Protocol Veilig werken op kantoor (vnpf)
Protocol/aanvullende richtlijnen koorsector
Protocol heropening pop-, improvisatie- en poppodia
Onderstaande aspecten die nauw samenhangen met de Corona pandemie worden uitgewerkt in het hoofdstuk PSA en maken geen onderdeel uit van deze arbocatalogus. |
|
2.2 Invulling Doelvoorschriften
In deze arbocatalogus wordt invulling gegeven aan de volgende doelvoorschriften van de Arbowet.
Artikel Arbobesluit | Onderwerp artikel | Beoogd werkproces cqsituatie | Invulling van het doelvoorschrift door sociale partners(paragraaf arbocatalogus) |
artikel 3.2a lid 3 | Tijdelijke aanvullende vereisten in verband met de bestrijding van de epidemie covid-19. | Alle werkprocessen in de kunsteducatie | Hoofdstuk 1.4 en 1.6, de onderdelen die betrekking hebben op
Aanwezigheid hygiënische voorzieningen Voorlichting en instructie Houden van toezicht Deze tekstonderdelen zijn blauw gemarkeerd. |
2.3 De arbeidshygiënische strategie
Hieronder worden de maatregelen geordend volgens de arbeidshygiënische strategie. Dit is een centraal begrip uit de Arbowet. Deze strategie is een dwingend voorschrift om de risico’s te verkleinen door maatregelen op een zo hoog mogelijk niveau te beheersen.
De arbeidshygiënische strategie kent vier niveaus:
- De beste aanpak is het weghalen van het risico, ook wel de bronaanpak Hierbij wordt de oorzaak van het probleem, in dit geval het virus of een besmet persoon, helemaal weggehaald.
- Wanneer er geen geschikte bronaanpak mogelijk is, dan is de volgende beste oplossing een collectieve maatregel om het risico te reduceren. Dit houdt in dat het bescherming biedt aan alle of een groot deel van de mensen die aanwezig zijn.
- Alleen wanneer deze maatregelen niet mogelijk zijn of niet toereikend zijn worden individuele maatregelen De individuele werknemer wordt daarbij beschermd. Denk aan het beperken van het aantal mensen dat aanwezig is in een situatie of het beperken van de blootstellingstijd.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: Als de bovenste drie maatregelen geen effect hebben, dan worden persoonlijke beschermingsmiddelen toegepast, zoals adembescherming.
2.4 Algemene Maatregelen
In deze paragraaf worden de maatregelen op hoofdlijnen genoemd. In de onderliggende protocollen zijn specifieke maatregelen voor de diverse onderdelen van kunsteducatie opgenomen. In paragraaf 1.5 worden maatregelen genoemd voor specifieke situaties die wel in meerdere sectoren te vinden zijn.
De blauwe tekstdelen gaan specifiek over hygiëne, voorlichting en instructie en toezicht en vormen een invulling van het Arbobesluit artikel 3.2a lid 3.
- Volg de algemene RIVM-richtlijnen:
- Volwassenen houden anderhalve meter afstand van elkaar;
- Was regelmatig je handen met water en zeep, waarna handen gedroogd worden met papieren handdoek of blazer. Doe dit in ieder geval bij binnenkomst van een lokaal (hiervoor kunnen ook wegwerp-schoonmaakdoekjes gebruikt worden).
N.B. Er kleven risico’s aan het gebruik van handgel, probeer dit tot een minimum te beperken. Verplicht niet om handgel te gebruiken, ga hier voorzichtig mee om, zeker bij kinderen. Water en zeep zijn hele goede alternatieven.
- Schud geen handen en vermijd fysiek contact met anderen.
- Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog.
- Niet aan het gezicht zitten.
- Blijf thuis als je zelf of iemand uit het gezin klachten heeft en laat je direct testen.
- Werk thuis of op afstand, denk daarbij bijvoorbeeld aan:
- Lessen, cursussen en trainingen digitaal op afstand.
- Vergaderingen en overleggen vinden digitaal plaats.
- Digitale intake met opdrachtgevers en/of deelnemers.
- Eén of meer personeelsleden worden verantwoordelijk gesteld voor de uitvoering van veiligheids- en hygiënemaatregelen.
- Stel binnen lessen de docent aan als verantwoordelijke, dat wil zeggen dat hij/zij de deelnemers/cursisten aanspreekt die zich niet aan de afspraken houden.
- Zorg voor handhaving van de regels in en om de organisatie.
- Zie er op toe dat alle docenten, deelnemers/cursisten en ondersteunend personeel handelen volgens de coronaregels.
- Zorg voor toezicht en begeleiding op de gang.
- Volwassenen houden 1,5 meter afstand van elkaar. Maak dit mogelijk door in ieder geval de volgende maatregelen:
- Richt de werk- en lesplekken zo in dat er 1,5 meter afstand is.
- Maximeer het aantal personen per locatie en per ruimte.
- Hanteer gespreide pauzes als er meerdere opleidingsgroepen zijn.
- Werk zoveel mogelijk op afspraak, zodat de deelnemers- en cursistencontacten gedoseerd kunnen worden en verspreid over de dag.
- Beperk het aantal personen in een lift (maximaal 3 personen).
- Zorg dat er op de locatie looppaden zijn aangegeven
- Maak zo mogelijk een aparte in- en uitgang.
N.B. Bij blaasinstrumenten wordt een afstand van twee meter aangehouden en tussen dirigent en koorleden minimaal 2,6 meter.
- Maak goed schoon.
- Stel per locatie een richtlijn op waarin staat welke eisen gelden, hoe vaak er wordt schoongemaakt en wie daarvoor verantwoordelijk is.
- Overleg met het schoonmaakbedrijf of verhoging van de schoonmaakfrequentie noodzakelijk is.
- Maak contactoppervlakken en aanraakpunten meerdere keren per dag schoon op de reguliere wijze.
- Zorg dat deuren van lokalen en looproutes open blijven staan, zodat er minder aangeraakt hoeft te worden.
- Maak de toiletten op reguliere wijze schoon. Zorg voor voldoende (vloeibare) zeep en materialen om de handen te drogen. Bij voorkeur papieren handdoekjes.
- Zorg dat de schoonmaker veilig kan werken met voldoende afstand tot andere mensen.
- Zorg dat de ruimte waar de schoonmaker aan het werk is, niet toegankelijk is voor anderen of zet een voldoende grote werkruimte rondom de schoonmaker af.
- Deelnemers/cursisten en docenten nemen na binnenkomst hun eigen tafels af met desinfecterende spray en herhalen dit bij het verlaten van het lokaal. Hiervoor kunnen ook wegwerp-schoonmaakdoekjes gebruikt worden.
- Maak minimaal één keer per dag alle flexplekken schoon met reguliere schoonmaakmiddelen, -materialen en -methode. Bijvoorbeeld aan het begin of einde van de dag.
- Maak flexplekken tussentijds schoon als dit nodig is. Dit is afhankelijk van de bezetting en wisseling.
- Zorg dat de gebruikers van flexplekken zelf veel gebruikte oppervlakken tussentijds schoonmaken (toetsenbord, vast telefoontoestel, bureaublad) met wegwerp-schoonmaakdoekjes.
- Zorg bij de ingangen van de gebouwen en in de lokalen voor:
- Zeep
- Papieren handdoekjes.
- Oppervlaktesprays
- Desinfecterende handgel.
N.B. Er kleven risico’s aan het gebruik van handgel, probeer dit tot een minimum te beperken. Verplicht niet om handgel te gebruiken, ga hier voorzichtig mee om, zeker bij kinderen. Water en zeep zijn hele goede alternatieven.
- Zorg voor heldere communicatie richting deelnemers en personeel:
- Geef duidelijkheid over hoe om te gaan met het afstand houden binnen en rondom de locatie.
- Vul bestaande huisregels aan met de RIVM-richtlijnen.
- Hang de poster met hygiëneregels vanuit de overheid op de locatie op (buiten, bij de ingang en herhaal ze binnen).
- Zet de regels voor deelnemers en cursisten op de website (pop-up en/of homepage).
- Neem vooraf een intake af met de deelnemer/cursist waarin gezondheidsregels worden besproken.
- Hang de handenwas-regels op het toilet.
- Geef medewerkers een uitgebreide instructie over de wijze waarop de corona-afspraken moeten worden uitgevoerd.
- Geef medewerkers/docenten de instructie dat zij elkaar en deelnemers/cursisten moeten aanspreken op ongewenst gedrag bij overtreding van de regels.
- Communiceer updates op de afspraken zo snel mogelijk in de organisatie.
- Plaats duidelijke schoonmaakinstructies bij flexplekken:
- Wat moet men met het schoonmaakmiddel?
- Wat te doen als het op is? Bij wie moeten ze nieuwe halen?
- Eventueel uitleg over het schoonmaakmiddel.
- Plaats plastic schermen als de 1,5 meter afstand niet gehaald wordt, bijvoorbeeld bij balie en toilet.
- Plaats plastic schermen bij tussen leerlingen en docent zang en blaasinstrumenten.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Gebruik in binnenruimten een niet-medisch mondneusmasker/mondkapje.
N.B. Dit geldt niet voor kinderen jonger dan 13 jaar. Dit geldt ook niet bij de beoefening van podiumkunsten (zoals koorzang) en ook niet als de aanwezigen op een stoel blijven zitten.
2.5 Kwetsbare groepen
Mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor het Coronavirus (zoals ouderen, mensen met obesitas of immuun gecompromitteerd) hebben de mogelijkheid om een preventief consult aan te vragen bij de bedrijfsarts.
2.6 Specifieke werksituaties
In deze paragraaf worden de maatregelen genoemd die specifiek gelden voor bepaalde werksituaties nog een bij elkaar weergegeven.
- Maak minimaal één keer per dag alle flexplekken schoon met reguliere schoonmaakmiddelen, -materialen en -methode.
- Zorg dat afhankelijk van bezetting en wisseling op de flexplekken, de flexplekken tussentijds schoongemaakt worden.
- Zorg dat gebruikers van de flexplekken zelf de veel gebruikte oppervlakken van hun eigen flexplek tussentijds kunnen schoonmaken (toetsenbord, bureaublad, vaste telefoon).
- Zorg dat er voldoende schoonmaakmiddelen op iedere flexplek beschikbaar zijn.
- Zorg voor duidelijke communicatie richting gebruiker via een bureaukaartje of beeldscherm.
- Zorg dat deuren van lokalen en in looproutes open blijven staan, zodat er minder aangeraakt hoeft te worden.
- Bij binnenkomst in het lokaal wassen deelnemers en docenten hun handen met desinfecterende gel of spray. Bij het verlaten van het lokaal doen ze dit opnieuw[1].
- Deelnemers/cursisten en docenten nemen na binnenkomst hun eigen tafels af met wegwerp-schoonmaakdoekjes en herhalen dit bij het verlaten van het lokaal.
- De deuren mogen dicht tijdens de lessen met muziek.
[1] Neem daarbij de kanttekening in acht over het gebruik van handgel (zie hoofdstuk 2.4).